Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

In de tram en op de markt wordt zelden iets zinnigs gehoord

  •  
10-04-2016
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
76 keer bekeken
  •  
BNNVARA fallback image
Die fameuze lageropgeleide is een construct uit het publieke debat waarmee commentaarschrijvers en politici elkaar gek maken
Voormalig parlementariër Gerdi Verbeet heeft het licht gezien. “Ga dan eens luisteren in de tram of op de markt!”, riep zij haar voormalige collega’s toe tijdens een debat over de verdiensten van het referendum in Buitenhof van deze zondag. Decennia deel uitgemaakt van de inner circle der PvdA! Als kamervoorzitster scheidsrechter geweest in het Haagse debat! Ongehoord veel kans gehad om het oor te luisteren te leggen op het Hobbemaplein in plaats van op het Binnenhof! En nu – na zoveel jaren politieke praktijk – dít aanbevelen! Nee, ruggengraat heeft de Nederlandse politiek niet. Met heel veel inspanning en halve waarheden is een stelletje volksmenners er in geslaagd nog geen derde van de kiesgerechtigden naar de stembus te krijgen, of men verliest al elk zelfvertrouwen. Men belooft te ‘luisteren’, wat dat ook moge betekenen. Men prijst de diepe inzichten van de lageropgeleide kiezer, die zich in de steek gelaten en opzij geschoven zou voelen. Men roemt de wijze waarop deze kiezer tot oordeelsvorming komt en bestempelt die als superieur aan het eigen gezwoeg tussen de notulen, de beleidsstukken en andere paperassen om zo tot een aanvaardbaar compromis te komen.
Genie des volks Ik maak heel veel gebruik van het openbaar vervoer en ik heb in tram, bus of trein nog nooit iemand diepe inzichten horen ontvouwen. Op de markt ook niet. Terwijl toch daar het genie des volks en de algemene wil zich zouden moeten openbaren. Ongefundeerde uitspraken hoor je soms wel, alsmede uitingen van rauwe woede en rancune. Ook over voetbal wordt nu en dan op niets dan eigen dommigheid gebaseerde nonsens verkocht. Nee, in de tram of op de markt wordt zelden iets zinnigs gehoord. Het licht schijnt er alleen als de lampen gaan branden. De meeste mensen, ondertussen, doen gewoon boodschappen op de markt. De passagiers van het openbaar vervoer zijn in eigen gedachten of hun iPhone verzonken. Die fameuze lageropgeleide kiezer is een construct uit het publieke debat, waarmee commentaarschrijvers en politici elkaar gék maken.
Onderstroom van wantrouwen Wat Gerdi Verbeet heeft aangevoeld is iets anders, een onderstroom van wantrouwen in de politiek. Dat is een soort ijsberg, waarvan nu en dan een puntje boven water komt. Die punt baart dan heel veel opzien zoals nu met het referendum het geval is. Een kleine twintig procent van de kiezers heeft moeite met dat associatieverdrag. De rest stemde ja of bleef thuis. Dat is eerder een curiosum dan een feit van grote politieke betekenis. Toch wordt er nu gedaan alsof we een scharnierpunt bereiken in de Nederlandse geschiedenis.
Die onderstroom van wantrouwen echter is zo oud als het parlementaire stelsel. Al in de negentiende eeuw dacht een aantal mensen dat de politici in Den Haag geen idee hadden van de werkelijkheid in het land en maar wat aanklooiden om hun heerlijke positie op het Binnenhof niet kwijt te raken. In de beroemde dagboeken van de jonkheer Goeree d’Overflacquée (achter wie zich S.P. van Oss verschool, oprichter-hoofdredacteur van de Haagsche Post) treden twee politici op, het raadslid Mierders en het kamerlid Blabbers. Zulke namen zeggen genoeg over de reputatie die volksvertegenwoordigers genoten bij de leden van de middenklasse, die zich volgens Van Oss ook tijdens een sneeuwstorm naar de kiosk moesten haasten om het laatste nummer van de HP te kopen. In lageropgeleiden was Van Oss minder geïnteresseerd, want hij wilde adverteerders lokken met de belofte van koopkrachtige lezers.
Boerenpartij In de jaren twintig en dertig was het bon ton om ervan uit te gaan dat het parlementarisme zijn langste tijd gehad had. In de twintigste eeuw met al zijn uitvindingen en vernieuwingen zoals de T-Ford en de radio functioneerde dit stelsel niet meer. Er was een krachtig leiderschap nodig dat voeling hield met wat de massa bewoog. Het eindeloze gepalaver in de parlementen had met die werkelijkheid niets te maken. De gezapigheid van de negentiende eeuw remde zo immers het razende tempo van de moderne tijd. Ook in de jaren zestig en zeventig bestond er een brede onvrede met de Haagse politiek. Dat bleek bijvoorbeeld uit de snelle opkomst van de Boerenpartij en Hendrik Koekoek, die putte uit hetzelfde electorale reservoir als nu de PVV. Hij maakte wat hij ‘de grote partijen’ noemde uit voor konkelaars en zakkenvullers. De overige Kamerleden lachten hem in zijn gezicht uit. Dat gelach werd op de televisie vertoond en had bij de volgende verkiezingen dan een boemerangeffect. De Wutbürger van de jaren zestig wist bij wie hij terecht kon.
En in de jaren zeventig kon je aan elke stamtafel horen dat Den Uyl een villa bezat in Brasschaet en het geld van de belastingbetaler bij bakken over Afrika uitkieperde waar de plaatselijke heersers er gouden bedden van aanschaften. Het waren altijd gouden bedden. Nooit eens gouden canapés of gouden televisies. Nu en dan lukt het iemand met de juiste eigenschappen om die onvrede opnieuw aan te boren. Na Koekoek was dat Pim Fortuyn. Vandaag beheert Wilders deze erfenis. Blijkens de peilingen kan hij rekenen op twintig tot dertig procent van het electoraat. De opkomst bij het referendum was iets hoger dan dat. Hiervoor zijn waarschijnlijk de ‘Ja’-stemmers verantwoordelijk.
Eerlijkheid Daarmee echter is het probleem niet weggeredeneerd. Dat zo’n belangrijke minderheid de politiek wantrouwt, is geen verschijnsel van deze tijd. Het blijkt een structureel zwakke stee in het gebouw van de democratie. Het is de achilleshiel van ons politieke stelsel. Als de vijanden van de vrijheid onze manier van samenleven willen vernietigen, zullen ze dáárop hun gifpijlen richten.
Hierop bestaan maar twee antwoorden: het eerste is waakzaamheid tegen deze dreiging. De tweede is eerlijkheid. Je mag van politieke leiders verwachten dat zij op een eerlijke manier hun dilemma’s en hun problemen onverbloemd met het publiek delen. Dat zij niet proberen de zaken mooier voor te stellen dan zij zijn. Dat zij een noodoplossing een noodoplossing noemen. Dat zij een zwart decor niet met roze spots proberen op te leuken. Dat zij de overtuiging naar voren brengen dat eenvoudige en eendimensionale oplossingen niet werken, iets wat iedereen met een beetje gezond verstand ondanks het eigen opleidingsniveau zal onderschrijven. Dat zij intellectueel leiderschap en ruggengraat vertonen want daarvoor hebben we ze gekozen. Kortom, dat zij ons serieus nemen.
Anders hadden we net zo goed massaal thuis kunnen blijven. Zoals afgelopen woensdag.
Beluister dit opiniestuk hier  of volg Han op Twitter.

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.