Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Is Lodewijk Asscher de nieuwe linkse hoop?

  •  
10-09-2015
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
'Het idee dat de imago-crisis zich beperkt tot de persoon Samsom, lijkt een vorm van wensdenken'
Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Het politieke seizoen is weer begonnen. En de aanval op Diederik Samsom is ingezet. Voor- en tegenstanders zijn het erover eens: de PvdA is de afgelopen jaren te dicht tegen de VVD aan gekropen, wat het profiel van de partij geen goed heeft gedaan.
Dit weekeinde stond er een wat verward interview met Hans Spekman in De Volkskrant, waarin Spekman voorstelde om “weer diametraal tegenover de VVD” te gaan staan. De Volkskrant-journalist Raoul du Pré antwoordde daarop dat een “wilde ruk naar links”, best goed zal vallen bij de “gestaalde kaders van de PvdA”, maar dat een leiderschapswissel meer op zijn plaats is. Het werkelijke probleem van de PvdA is de imago-crisis van Samsom, aldus Raoul du Pré.
Klaarblijkelijk heeft iemand dit verhaal rond doen gaan vanuit de Haagse wandelgangen. In de NRC stond zaterdag namelijk een zeer vergelijkbare analyse. “Veel wijst erop dat Samsom elke kans op een electorale wederopstanding blokkeert”, schreef politiek analist Tom-Jan Meeus. De gedoodverfde opvolger, Lodewijk Asscher, zou beschikken over sociaaldemocratische gaven waar het Samsom aan ontbreekt: “Lodewijk Asscher [kan] blijkbaar iets dat hij niet kan: regeren, geloofwaardigheid behouden, én zijn partijpolitieke profiel behouden.”
Na deze – waarschijnlijk zorgvuldig geregisseerde – openingszetten volgde de openlijke aanval in Vrij Nederland. PvdA-coryfee Felix Rottenberg beschreef Samsom als “bedrijfsleider” van het kabinet, en stelde dat Lodewijk Asscher een geloofwaardiger persoon is om een beweging naar links te maken en een nieuwe sociaaldemocratische koers in te zetten.
Wat natuurlijk de vraag oproept: zal de PvdA daadwerkelijk een beweging naar links gaan maken? Is Lodewijk Asscher de nieuwe linkse hoop?
Het antwoord op die vraag was afgelopen week in De Balie te horen. Op een bijeenkomst met de rechtervleugel van de Britse Labour partij, gaf Lodewijk Asscher een toespraak die ons een inkijkje verschaft in zijn politieke overtuigingen. Hij opende zijn toespraak op informele wijze met de opmerkelijke bekentenis, Schadenfreude te beleven aan de opkomst van Corbyn in het VK. Een wat onhandige maar veelzeggende uitspraak. Asscher bekijkt de draai naar links aan de andere kant van het kanaal met leedvermaak, omdat hij zich identificeert met de rechtervleugel van Labour: de Derde Weg, ook wel Blairites genoemd.
Die positionering kwam ook naar voren in de verdere toespraak van Asscher. Hij bekritiseerde Corbynomics, de post-keynesiaanse plannen van Jeremy Corbyn, onderschreven door befaamde economen als Stiglitz en Krugman:
“We moeten een einde maken aan het austerity-debat. De waarheid is als volgt: we kunnen mensen geen beter leven in het vooruitzicht stellen, beter onderwijs, betere zorg, als de begroting een zooitje is. Als een vader met grote schulden, verslaafd aan gokken, zijn kinderen gerust stelt door ze te beloven dat ze volgende zomer op vakantie gaan, dan weten de kinderen wel beter. Zo is het ook met de middenklasse, die gelooft dat zij uiteindelijk de rekening moeten betalen. Progressieven [het woord dat Derde Weggers gebruiken voor hun beweging] moeten serieus zijn over begrotingsdiscipline en economische competentie.”
Het probleem hier is natuurlijk dat de macro-economie leert dat de overheid niet te vergelijken is met een huishouden, en zeker niet met een gokkende vader. Juist in een tijd van crisis moet de overheid extra investeren, om uitvallende private investeringen te compenseren, dat is het Keynesiaanse argument van economen als Stiglitz en Krugman, dat is het argument van Corbyn.
Asscher reageert hierop door te stellen dat veel mensen uit de middenklasse deze macro-economische inzichten niet begrijpen en geloven dat de economie wel met een huishouden te vergelijken is. En vervolgens legt hij zich daarbij neer. Al met al een wat onderhandse manier om het debat over bezuinigingen en macro-economie te voeren.
Asscher schreef samen met Rutte de beroemde troonrede uit 2013 over het einde van de verzorgingsstaat en de opkomst van de participatiesamenleving. Die troonrede wordt vaak toegeschreven aan de VVD. Maar Asscher was al een verklaarde voorstander van een dergelijk beleid alvorens het kabinet Rutte/Asscher van start ging. Hij presenteerde zijn visie, waarin vrijwilligerswerk naar voren wordt geschoven als alternatief voor een terugtredende overheid, op 28 oktober 2012. Dit is nog voordat het regeerakkoord goed en wel getekend was. Het gaat er hier dus niet om dat de PvdA teveel heeft weggegeven in de onderhandelingen, een veelgebruikt frame in de media. Het geval is eerder dat de standpunten van Asscher redelijk dicht bij die van de VVD liggen:
“Vanaf Thorbecke is onze verzorgingsstaat alleen maar gegroeid en wij zijn er ook allemaal nog helemaal op ingesteld om alles meer te laten zijn. Om naast bestaande oplossingen en maatregels, naast bestaande instellingen en instituties, nieuwe te ontwikkelen en op te richten. Maar door de financiële crisis, de economische crisis, maar ook door de verandering van de samenstelling van onze bevolking, houdt dat nu allemaal op. Je kunt nu al zien dat het piept en knarst. Want de neiging is om dat wat bestaat met hand en tand te verdedigen. We willen niet kwijt wat we verworven hebben. Maar je ziet dat deze tijd om een andere aanpak vraagt.”
Het idee dat Lodewijk Asscher een sociaaldemocratisch profiel heeft, komt nog het beste naar voren in zijn op zich aanbevelenswaardige poging om de minima op de arbeidsmarkt te beschermen, door bijvoorbeeld meer regulering, of door het in dienst nemen van schoonmakers. Dat lijkt op het eerste gezicht in tegenspraak met zijn macro-economische visie, maar precies deze combinatie van linkse micro-economie en rechtse macro-economie is al langere tijd de strategie van de PvdA. In 2008 stelde Wouter Bos een dergelijke koers voor in een toespraak voor de Derde Weg-denktank Policy Network (gerund door de spindoctor van Blair, Peter Mandelson):
“First: we must become less academic and more populist. Policy Network and Progressive Governance have made a tremendous impact by trying to make the concepts and instruments of liberal politics work for progressive goals. We now have to perform the same trick with elements of populist thought. We have to become less focused on the macro consequences of changing policies, systems and grand schemes. Rather, we should take the micro-political consequences as our starting point. This requires an approach that puts concepts of empathy, identity, trust and security at the heart of our political language. We must challenge conventional assumptions about ordinary people’s ability to adapt to change and reform. And we may need to sacrifice some efficiency at the macro-level for concrete gains at the micro-level.”
In gewone-mensentaal: de Derde Weg heeft het neoliberalisme weten te gebruiken voor progressieve doeleinden. Nu is het de beurt aan het populisme. De PvdA moet zich minder richten op de macro-economie maar juist op de micro-politiek. Dat betekent dus het in dienst nemen van schoonmakers en het reguleren van de onderkant van de arbeidsmarkt, ook al is dat niet efficiënt gezien vanuit het neoliberale macro-economische beleid. En blijf vooral veel empathie tonen in je toespraken met de mensen die de gevolgen van het neoliberale macro-economische beleid voor hun kiezen krijgen.
Dat, zo vermoed ik, is de “linkse” koers voorgestaan door Lodewijk Asscher en Felix Rottenberg, beide veteranen van de Derde Weg-politiek van Tony Blair en Wouter Bos. Plus ça change, plus c’est la même chose.
Het idee dat de imagocrisis (is het enkel imago?) zich beperkt tot de persoon Samsom, lijkt een vorm van wensdenken. Het probleem strekt zich uit tot de gehele partij, gegeven het feit dat geen van de PvdA-bewindslieden geliefd is onder de bevolking.
De vraag is of bij de volgende verkiezingen, de studenten en onderzoekers zich Jette Bussemaker zullen herinneren. Of de werklozen en mensen met een beperking zich Jette Kleinsma zullen herinneren. Of de ambtenaren en privacy-voorstanders zich Ronald Plasterk zullen herinneren. Of de wereldburgers en ontwikkelingswerkers zich Lilianne Ploumen zullen herinneren. Of de mensen die zorgen of zorg nodig hebben zich Martin van Rijn zullen herinneren. Of de milieubeweging zich Wilma Mansveld zal herinneren, die in hoger beroep gaat tegen de klimaatrechtszaak. Of de mensen die een andere economische en Europese politiek voorstaan zich Jeroen Dijsselbloem zullen herinneren.
Ik denk dat de kiezer een beter geheugen heeft, dan veelal wordt gedacht.
***
Update : Alhoewel het kabinet en de PvdA een zeer lage waardering krijgen van de kiezer, worden personen als Asscher en Dijsselbloem wel positief gewaardeerd. De observatie dat Samsoms imago-crisis zich uitstrekt tot de  gehele partij, is op zich correct. De conclusie dat geen van de PvdA-bewindslieden geliefd is onder de bevolking heb ik wat al te snel getrokken. Zie alhier.

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.