Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het interview dat Rottenberg had moeten geven

  •  
17-09-2015
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
67 keer bekeken
  •  
RTEmagicC_de67543999.jpg
De vraag dringt zich op of er in de PvdA wel ruimte is voor pluriformiteit
Felix Rottenberg en Ruud Vreeman werden begin jaren negentig voorzitter van de PvdA. Het was een tijd dat de roep om partijvernieuwing in tal van sociaaldemocratische partijen in Europa klonk. In Nederland verscheen bij de PvdA het rapport ‘Van Kemenade’ over de staat van de Partij van de Arbeid. Van Kemenade’s conclusie in 1991 was spijkerhard, ‘het kader van de partij vertegenwoordigt niemand behalve zichzelf’.
‘Verandering in de rekrutering van de Tweede Kamerleden was dringend gewenst’, aldus van Kemenade. Rottenberg en Vreeman stelden daarop als nieuwe partijvoorzitters een centrale kandidaatstellingscommissie in. De aimabele cardioloog Dunning deed als voorzitter van die commissie zijn werk. Rottenberg viel, het is bekend, fractievoorzitter Wöltgens af en er kwam een nieuwe ‘groep Kamerleden’ de PvdA-fractie binnen. 
Beiden voorzitters waren inspirerende leermeesters voor mij. De Rottenberg die ik ken uit die tijd had nu als voorzitter van de kandidaatstellingscommissie eerst een grondige analyse gemaakt van de staat van de partij, het functioneren van de fractie en de rekrutering van Tweede Kamerleden. Dat was een even spannende en noodzakelijke exercitie geweest, want met zes nieuwe jongens en meisjes op de volgende lijst is de PvdA er niet. Integendeel. Ik denk dat na een Rottenbergiaanse analyse zijn conclusie was geweest: schaf de centrale kandidaatstellingscommissie af!
Een toelichting voor deze conclusie is hier op zijn plaats. De PvdA-fractie die Dunning namens Rottenberg c.s. samenstelde was de fractie die onder Paars grootschaligheid, marktdenken en privatisering in de zorg, in het onderwijs en in de volkshuisvesting mogelijk maakte. Binnen drie maanden na het aantreden van het kabinet schoten de PvdA afdelingsavonden met als onderwerp ‘Hoe rood is Paars?’ als paddenstoelen uit de grond. De nieuwlichters gaven het rode gedachtengoed op, klonk het in menig afdeling. De veren werden afgeschud. 
Politiek correct Rick van der Ploeg, een van de gezichten van die fractievernieuwing, bestempelde het artikel ‘Het multiculturele drama’ van partijgenoot Paul Scheffer als steun voor racisten en verklaarde dat Scheffer het land moest worden uitgezet. Het belangrijkste maatschappelijke vraagstuk rond integratie werd aan de vooravond van de opkomst van Fortuyn gemist en politiek correct weggemoffeld door een van de vaandeldragers van die nieuwe generatie. We weten inmiddels ook dat het overgrote deel van de via kandidaatstellingscommissies met veel bombarie hooggeplaatste nieuwkomers al snel van het toneel verdween. Zeer getalenteerd, maar niet als volksvertegenwoordiger. Treurig genoeg, maar centrale kandidaatstelling en een ingevlogen commissie is dus geen garantie voor succes. 
Is een kandidaatstellingscommissie eigenlijk wel representatief? Geeft het ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en afwijkende gedachten? Past ze nog in deze tijd en zeker bij een progressieve partij als de PvdA die het als haar taak ziet om brede groepen in de samenleving aan zich wil binden? Jeremy Corbyn, 31 (!) jaar parlementariër, de met massale steun verkozen nieuwe Labour-leider, was door zo’n commissie in de PvdA allang geslachtofferd. Om Corbyn in Nederlands’ perspectief te plaatsen, zonder kandidaatstellingscommissie was een PvdA-Kamerlid uit die tijd als Bert Middel en groot criticaster van Kok en Rottenberg, de volgende partijleider van de PvdA geworden. Hij is nu dijkgraaf van het waterschap Noorderzijlvest.
Corbyn Kritische Kamerleden hebben geen eigen basis. Schik je naar de partijlijn of verdwijn. Corbyn had een eigen machtsbasis, zijn kiesdistrict Islington North. Hij stemde talloze malen tegen de partijlijn. Hoe anders is dat in de PvdA. Corbyn had zich in deze PvdA nooit kunnen ontwikkelen. De vraag dringt zich op of er in de PvdA wel ruimte is voor pluriformiteit. 
De meest uitgesproken pro-Europa kandidaat van Labour, Liz Kendall, werd met 4,5% laatste in de strijd om het leiderschap van Labour. Bij de PvdA zou Kendall de ‘lovebaby’ van het partijestablishment zijn geweest. De meerderheid van de PvdA-kiezers stemden daarentegen bij het referendum in 2007 tégen het EU-verdrag . Tijdens debatten binnen de PvdA over de EU werden kritische meningen over de EU zelden gehoord. Criticasters worden gewoon niet uitgenodigd. Kandidaten die kritisch zijn over Europa zijn gewaarschuwd.
Top-down selectie door een kandidaatstellingscommissie  staat op gespannen voet met vernieuwing en innovatie. De samenleving ontwikkelt en organiseert zich bottom-up. Dat is de tijdgeest. Brede bindende ideologische verbanden bestaan niet meer, we organiseren ons in losse verbanden, sociaal en economisch. Zou juist het ruimte bieden aan pluriformiteit niet de enige methode zijn voor een partij die brede groepen aan zich wil binden om te overleven? Is een keurslijf in een partij die opereert in een politiek systeem zonder kiesdrempel niet juist het recept voor het ontstaan van partijen ter linker- en rechterzijde van de PvdA? 
Sleets Wie partijvernieuwing nastreeft, volksvertegenwoordigers in de geest van het WBS rapport ‘Van waarde’ zoekt, zal de rekrutering van volksvertegenwoordigers anders moeten organiseren. Een partij als de PvdA moet meer een beweging zijn dan een gestolde ledenorganisatie met sleetse partij-organen. Een partij met kandidaten herkenbaar op waarden en stijl van opereren. Toegankelijk voor talenten en bewezen deskundigen. Kandidaten moeten een eigen maatschappelijk mandaat kunnen afdwingen. Met aantoonbare en bewezen kwaliteiten getoest in de jaren voor de kandidaatstelling en geselecteerd en gekozen via shortlists door leden en sympathisanten. Bottom-up in plaats van top-down .  Daar past een selectie van kandidaten door partijmastodonten met de gemiddelde leeftijd van het Centraal Comité van de Chinese Volkspartij niet meer bij. Centrale kandidaatstelling, noodzakelijk geacht in 1994, achterhaald in 2015.
Maar het stopt niet bij een andere wijze van rekrutering. Het vereist naast de samenstelling van de kandidatenlijst tevens helderheid over de rol van de fractieleden, tijdens de formatie en daarna. Rottenberg had alle gelijk van de wereld met zijn oordeel over de formatie van 2012. Zo nooit meer. Te snel en door een te kleine groep. 
Schizofreen Bovenal zal de PvdA de haar zelf opgelegde spanning tussen debat- en bestuurderspartij moeten oplossen. Nu werkt ze zowel verlammend als destructief. Je kan niet als partijcongres een akkoord sanctioneren met je ‘aartsvijand’ om vervolgens te verwachten dat je vier jaar lang afstand moet nemen van dat pact. Die bipolaire stoornis, die schizofrenie holt elke partij vroeg of laat uit. Dat zag Rottenberg al gebeuren bij zijn top-kandidaat Karin Adelmund. Binnengehaald in 1994 om de relatie met de vakbeweging na het WAO-debacle te herstellen moest zij, tot tranen toe geroerd, beleid verdedigen in het parlement dat haar door de toenmalige leiding werd opgedrongen. Hoe herkenbaar is dat ook nu nog. Temeer als tussentijds ook de geliefde oppositie, de C3, via cadeautjes moet worden gepaaid en in de Eerste Kamer alle ruimte wordt genomen voor afwijkende standpunten.
Hoe moeten PvdA-volksvertegenwoordigers daar in de toekomst mee omgaan? Dat vraagt om een Rottenbergiaanse analyse en oplossingen. Partijvernieuwing is in 2015 meer dan ooit nodig. Was dat interview met Rottenberg in Vrij Nederland daar maar overgegaan.

Meer over:

politiek, opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.