Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Droomland, Dróóóómland

  •  
08-09-2010
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
BNNVARA fallback image
Het zal niet lang meer duren of de werkzaamheden aan het groot Wilderiaans gedoogkabinet nemen weer een aanvang
Ach, denk je dan als lid van de linkse kerk, stel je voor dat er een droomland bestond, waar het anders lag allemaal, waar bijvoorbeeld de stembusstrijd vooral ging tussen PvdA en SP? Ik bedoel, ze vangen mekaar nu ook al vliegen genoeg af, maar dattet dan ook nog de grootste partijen waren. Bestaat zulk een land echt of kun je er alleen maar over fantaseren?
In feite gaat de strijd tussen Dilma Rouseff  van de Arbeiderspartij en José Serra   van de Partij van de Braziliaanse Sociaaldemocratie. Er zijn nog tal van andere kandidaten, maar die doen er alleen toe als het tot een tweede ronde komt. Dan zullen zij hun kiezers namelijk aanbevelen op een van beiden te stemmen. In de peilingen staat Dilma (in Brazilië worden politici vaak, maar niet altijd met hun voornaam of hun initialen aangeduid) absoluut vooraan. Geen wonder, zij is een vertrouwelinge van de zittende president Lula die de afgelopen acht jaar met succes de armoede heeft bestreden, terwijl hij tegelijkertijd een beleid voerde van economische groei. Lula boekte ook nog overschotten op de begroting. De economische crisis betekende voor het land een hobbel van een paar maanden. Mocht José Serra toch winnen, dan zal dit succesvolle beleid in grote lijnen zeker voortzetten, net zoals Lula destijds in het door de sociaaldemocraat Fernando Henrique Cardoso  gespreide bed is gestapt.
Deze FHC heeft overigens veel vrienden uit Nederland, die hij maakte tijdens de zwarte jaren van de militaire dictatuur in de jaren zestig en zeventig toen hij vervolgd werd en daarom steun kreeg van de Novib.. In de jaren negentig maakte FHC als minister van financiën een einde aan de hollende inflatie die Brazilië het grootste deel van zijn geschiedenis heeft begeleid. Hij trof een munt aan waarvan de waarde elke vier weken halveerde en verving die in een aantal stappen door de huidige real die voor Zuid-Amerikaanse begrippen heel stabiel is. Dit succes leverde hem in 1995 het presidentschap op.
In 2003 moest FHC het stokje overdragen aan Lula, omdat de Braziliaanse grondwet voor de hoogste functie een maximale zittingstermijn kent van acht jaar. Anders was hij zeker herkozen, wat ook voor Lula geldt, die dit jaar een beetje tegen zijn zin het constitutioneel opgelegde veld ruimt.
Lula’s Arbeiderspartij (PT-Partido dos Trabalhadores) komt voort uit de vakbondswereld van  de grootste industriestad in het land, Sao Paulo. Qua sfeer zit ze een beetje tussen de SP en Groen Links in met een stevige scheut progressief christendom. Jan Marijnissen zou zich in de gelederen van deze partij zeker goed thuis voelen. De partij van de Braziliaanse sociaaldemcratie – Partido da Democracia Social Brasileira – is intellectueler en in het geheel niet arbeideristisch. Willem Vermeend zou zich daar meteen thuisvoelen en Job Cohen – wel na lang dubben – uiteindelijk ook.
Net als de PvdA in de jaren negentig omarmde ook de PSDB de privatisering, maar wel met heel andere bedoelingen dan de Nederlandse geestverwanten. FHC en de zijnen stelden vast dat vooral de middenklasse profiteerde van overheidsdiensten en –regelingen, terwijl de armen het uiteindelijk zelf moesten uitzoeken. De Braziliaanse sociaaldemocraten bevorderden dan ook de privatisering van alle diensten en regelingen die bestemd waren voor mensen die er zelf voor konden betalen. Ze hebben zelfs uitgezocht of ze geen snelwegen konden verkopen aan bedrijven die er dan tol zouden heffen. Op die manier kon dan een speerpuntenbeleid worden gevoerd tegen de armoede, terwijl aan de andere kant het bedrijfsleven alle steun en ruimte kreeg om te expanderen. Zo boekte de PSDB in de arme deelstaat Céara (van Fortaleza, de bekende Braziliaanse strandbestemming) grote successen door de strijd tegen de kindersterfte prioriteit te geven en openlijk te zeggen, dat er dus voor de rest geen extra overheidsgeld was.
Een dergelijk pragmatisme spreidde ook Lula ten toon, al zijn hij en zijn partij een stuk minder privatiseerderig. Een kroonjuweel aan het beleid is de Cesta Basica, een soort bijstand (nog geen vijftig euro per maand, mind you) die behoeftige gezinnen krijgen, als zij hun kinderen naar school sturen en laten inenten als weer eens en of andere campagne tegen een grote volksziekte wordt gevoerd. Dankzij de economische groei, weten steeds meer Brazilianen aan de structurele armoede te ontkomen, al is er nog een lange weg te gaan. Tegelijkertijd zorgden Lula en de arbeiderspartj voor een goed ondernemingsklimaat. Staatsbedrijven spelen in Brazilië nog steeds een gewaardeerde rol en er bestaat net als ooit in Nederland een grote investeringsbank van de overheid die richting geeft aan de groei. Lula pakte de crisis gericht aan met belastingverlagingen, koopkrachtimpulsen en gerichte investeringen. Nederland is een belangrijk deel vanhet instrumentarium daarvoor sinds de jaren negentig kwijt geraakt.
Is Brazilië dan op weg naar het paradijs? Voor geen meter. Traditioneel kende het de meest onrechtvaardige inkomensverdelng ter wereld met miljardairs aan de ene en permanente honger aan de andere kant. Er bestaat een ingekankerde corruptie. De politie is vaak net zo gevaarlijk als de penoze. In de grote steden groeit de gezagscrisis omdat de overheid de greep op het leven in de krottenwijk steeds meer verliest. Achter de glimlach en de samba verbergt zich een zeer agressieve gewelddadige cultuur. Toch is er voelbare, is er merkbare vooruitgang. Je kunt zeggen wat je wilt, maar de economie bloeit als nooit te voren. Nog nooit is in Brazilië een generatie opgegroeid met zoveel kansen om zich uit het moeras te trekken als de huidige. De leuze van Dilma is dan ook: zodat Brazilië blíjft veranderen.
Die van  José Serra luidt: “Brazilië kan zoveel meer”. (En aan wie moeten we dan onwillekeurig denken?)
Ook Nederland profiteert van de economische opbloei van Brazilië. Wij zijn de tweede buitenlandse investeerder in dit kansrijke land. De Nederlands-Braziliaanse zaken zijn een miljard of zes per jaar waard. En de investeerders weten: als een van beide sociaaldemocratische kandidaten de presidentsverkiezingen wint, dan blijft er een gunstige wind waaien in de economie.
Wie zal winnen? De tunes van de beide kandidaten doen niet voor elkaar onder. Dat is een ding dat zeker is:

Meer over:

opinie, wereld
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.