Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

De jankerd en de vicepremier

  •  
15-02-2016
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
215 keer bekeken
  •  
jandirksnel_tweet1
Wat er mis is met het gescheld van Peter Breedveld
Peter Breedveld zou natuurlijk gewoon blij moeten zijn. Jarenlang scheldt hij zich verrot. En eindelijk krijgt hij dan erkenning doordat vicepremier Lodewijk Asscher ook zijn naam opneemt in een schrijven over, laten we zeggen, de geestelijk incontinente medemens. Maar dan is het nóg niet goed. In plaats van het eerbetoon in verwonderde dankbaarheid stilletjes te aanvaarden gaat de heer Breedveld zich uitgebreid beklagen.
Racist  Eerst maar even de feiten. In zijn vermakelijke facebookpost schreef Asscher: ‘Volgens Peter Breedveld cs ben ik zelfs de gevaarlijkste racist van Nederland.’ Let op dat  cum suis. Onder zijn bericht had de minister onder meer een  afbeelding  opgenomen van een  tweet  van ene Kars Abbes die een stuk van Breedveld, ‘De krokodillentranen van Lodewijk Asscher’, aanprees met de woorden: ‘Asscher, gevaarlijkste racist van Nederland’. (De minister was zo vriendelijk om via de eenvoudig vindbare tweet dus ook zelf naar dat stuk te verwijzen, maar dit terzijde.) De belangrijkste vraag is dan niet of Asscher niet beter een gemakkelijk te vinden rechtstreeks citaat van Breedveld waarin deze hem uitscheldt, had kunnen gebruiken – denk ik op zich wel – de enige vraag die uiteindelijk relevant is, is of die typering recht deed aan het stuk.
Het antwoord is niet zo moeilijk. Ja. Breedveld  schrijft  dat Asscher ‘gevaarlijker is dan de PVV’. En hij verwijst naar een eerder stuk waarin hij Asscher al eens ‘erger dan de PVV’  genoemd  heeft. Maar waarin ligt nu dat gevaarlijke of erge van de PVV? Ook al niet moeilijk. Breedveld  vindt  het een ‘racistische partij’. En waaruit blijkt dat? Die partij is ‘gefixeerd op niet-westerse allochtonen, op allochtone broodgooiers, Marokkaanse (maar niet autochtone) voetbalrelschoppers, Turkse en Marokkaanse (maar niet Israëlische) dubbele paspoorthouders’. Voor Asscher geldt volgens Breedveld in feite  hetzelfde.
"Asscher wil te graag allochtonen stigmatiseren. Hij werkt er keihard aan. Ik schreef al eens dat de man gevaarlijker is dan de PVV. Geen gelegenheid laat hij schieten om zijn wantrouwen jegen[s] moslims en allochtonen te etaleren."
Kortom, Asscher wil zo ongeveer hetzelfde als de racistische PVV, maar hij is gevaarlijker. De PVV is gefixeerd, maar Asscher stigmatiseert. Misschien is de conclusie dat hij volgens Breedveld de ‘gevaarlijkste’ – superlatief – racist van Nederland is, inderdaad net iets te snel getrokken – Breedveld heeft mogelijk ook nog Meindert Fennema op het  oog , die ‘openlijk racistische theorieën aanhangt’ – maar een gevaarlijke racist vindt Breedveld de vicepremier natuurlijk wel – gevaarlijker dan de PVV in ieder geval.
Racistisch beleid Vond hij althans tot 9 februari, toen Asscher dat opschreef. Want ineens draaide Breedveld bij als een blad aan de boom. Vond hij Asscher in december nog een ‘ongelofelijke  smiecht ‘, een ‘geile  hond ‘, een van de ‘architecten’ van de rellen in Geldermalsen, die ‘zijn waffel’ moest houden,  nu  denkt hij ineens dat Asscher ‘een heel fatsoenlijke vent’ is. Halleluja! Zo’n ingrijpende bekering ziet men zelden.
Vanwaar deze ommekeer, die men uiteraard – stel je voor! – geen draaikonterij mag noemen? Waarom blijft Breedveld niet ferm bij zijn oude opvatting? Heel simpel, omdat hij vele kwaliteiten in zich verenigt. In het schelden, tieren en razen doet hij weliswaar enorm zijn best, maar de concurrentie is loodzwaar dezer dagen. De scheldmarkt is een moeilijke markt. Breedveld heeft echter meer in zijn mars. Hij is zonder meer de grootste jankerd van Nederland. Het lijkt onwaarschijnlijk dat een deskundige jury ergens in Nederland een larmoyantere figuur zal weten te vinden. Niemand draagt zijn zelfbeklag zo kinderachtig uit als Peter Breedveld. Daarin is hij onovertroffen. En die kwaliteit buit hij uit op fabuleuze wijze. Toen Elma Drayer hem eens een keer wat dubieus aanpakte, loste hij dat niet op met één stukje, maar wijdde hij er elf aan haar en vergat hij haar ook verder niet. Herhaaldelijk laat hij weten hoe zwaar hij het wel niet heeft en hoe vreselijk het toch wel niet is wat allerlei mensen hem aandoen. Enig verband met zijn eigen respectloze omgang met mensen heeft hij uiteraard nog niet weten te ontdekken.
In dit geval heeft Breedveld tot nu toe drie stukjes gewijd aan het vreselijke onrecht dat minister Asscher hem heeft aangedaan. Maar zijn fans kunnen ongetwijfeld gerust zijn. Er komen vast en zeker nog wel twintig stukjes over de ‘vice-premier-onwaardige misstap’. Iedereen die niet diep knipmessend instemt met zijn eis tot ‘excuses’ door de minister die hij uitschold –  NRC Handelsblad  en andere ‘apologeten’ – kan immers op een stukje rekenen. (Tip: zit u nog om wat aandacht verlegen, zeg iets redelijks tegen Breedveld en u krijgt gegarandeerd 1500 woorden vol warme, invectieve belangstelling terug.) De humoristische vondst is dat hij  dit keer  zijn toevlucht heeft genomen tot het zogenaamde ‘logisch redeneren’. Op de een of andere wijze moet hij van dit vreemde verschijnsel gehoord hebben. In één alinea heeft Breedveld G.E. Moore (1873-1958) en diens  Principia Ethica  (1903) weten te overtreffen met het lucide betoog dat erger nu eenmaal erger is en niet iets anders. Als hij Asscher ‘erger’ of ‘gevaarlijker’ vindt dan de PVV dan zijn dat gewoon op zichzelf staande, onherleidbare categorieën en dan gaat het heus niet om het voor de hand liggende punt van overeenkomst, hoor. Overigens, nog zo’n vlijmscherpe wijsgerige vondst, Asscher mag dan volgens Breedveld ineens wel geen racist zijn, zijn beleid ‘is dat zeker wél’. Kortom, Asscher is geen racist, maar hij handelt wel racistisch. Zeg niet dat Breedveld geen subtiele denker is.
Iets moois Het is wel duidelijk wat Peter Breedveld dwarszit. Jarenlang doet hij zijn best om de Erkende Opperschelder van Nederland te worden en wat is het resultaat? Dat hij, de Grote  Fuck-  en  Kutroeper , op één rij gesteld wordt met wat onnozele halzen. Dat doet natuurlijk pijn. Neem nou zo’n aandoenlijke Rico Schuurman. Dat je iemand niet met de dood mocht bedreigen, dat wist hij al wel, maar dat je een minister beter ook maar niet voor kuttenkop – ‘kut kop’ in zijn versie van het Nederlands – kon uitmaken, dat moest hem eerst even uitgelegd worden. Maar toen bood hij dan ook royaal zijn  excuses  aan. Deze jongen begreep het uiteindelijk toch. Maar of dat met Peter Breedveld ooit zover zal komen?
Dit stukje schrijf ik uiteraard ook niet voor hem – al weet je nooit of hij er niet toch stof voor een heerlijke scheldkanonnade aan kan ontlenen – ik schrijf het wel voor anderen. Het gaat me nu om de lieden die tegen beter weten in Breedveld verdedigen. Taal die ze van hun kinderen niet zouden verdragen, accepteren ze van deze hele grote vent ineens wel. Want hij bedoelt het toch zo goed? Inderdaad, tussen het getier en geraas door kan men bij Breedveld soms wel een zeker betoog ontwaren, al moet je daarvoor wel vele hindernissen nemen, die ik meestal niet haal. En het komt me voor dat ik het met de zakelijke strekking, voor zover men die er uit kan pellen, soms nog eens ben ook – en dat geldt zelfs voor diverse bezwaren tegen het beleid van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher. (In alle welwillendheid  wees  de zeer gereformeerde en zeergeleerde doctor in de econometrie Jaap J. de Vries Peter Breedveld daar zaterdag reeds op, hetgeen mij weer werk bespaart. Verwaarloosbaar verschil is slechts dat ik nooit aan de goede bedoelingen van Asscher twijfelde en Breedveld daar tot enkele dagen geleden heel anders over dacht.) Vergeleken bij tien jaar geleden, toen Breedveld even luidruchtig zo ongeveer het tegenovergestelde van nu verkondigde en hij nog doodsbenauwd was voor alles dat ook maar een beetje vreemd was, islam en moslims voorop, lijkt hij er inhoudelijk enigszins op vooruit te zijn gegaan. Maar waarom zou je zo iemand serieus nemen? Iemand die altijd, toen en nu, op dezelfde toonhoogte zijn gelijk haalt? In zijn laatste stukje  schrijft  Breedveld:
jandirksnel_tweet2
"Ik chargeer weleens en pas allerlei stijlvormen toe om er iets moois van te maken. Ik wil dat mensen helemaal tot aan het einde komen."
Welja, iets moois! Stof voor een dissertatie: Het schone in het oeuvre van Frontaal Naakt met bijzondere nadruk op de jaren van het kabinet-Rutte II. Met wat goede wil zou je even aan de zogenaamde hyperbool kunnen denken, maar over een dergelijke stijlfiguur spreken heeft alleen zin als er afwisseling in de toonzetting zit. Breedveld is zo’n type dat niet één keer een zandneger   tegenkomt in  NRC Handelsblad , nee, de zandnegers vliegen hem bij het openslaan van de krant dagelijks om de oren. (Voor u verder leest: probeer dit even te visualiseren.) Hij moet zijn eigen versie hebben. Eén dingetje simpelweg constateren is voor hem echt te ingewikkeld, alles moet altijd uitvergroot worden. Maar dat heeft een doel: meneer wil dat mensen ‘helemaal tot het einde komen’. Aha, daarvoor is dat geweldig gevarieerde en rijke taalgebruik dus bedoeld!
"Ik gooi er weleens een krachtterm uit, ik kan de verleiding zelden weerstaan om te schrijven “daar is geen kut van waar” in plaats van “daar klopt niets van”"
Fuck, kut , dat is natuurlijk ver voorbij het schone, dat is ronduit subliem. De opmerking getuigt in ieder geval van enig zelfinzicht. Natuurlijk, pubers die altijd nog rode koontjes krijgen bij vieze woordjes, komen bij Peter Breedveld ruimschoots aan hun trekken. Zij zullen het eind van die stukken wel halen. En zulke puberale figuren, ook op gevorderde leeftijd, zijn er dezer dagen volop. Maar geldt het ook voor mensen die op zoek zijn naar een serieuze bijdrage aan het maatschappelijk debat? Van hen verlangt de heer F. Naakt wel een enorm uithoudingsvermogen, afgezien nog van de vereiste diepgaande kennis van de stijlleer. 
jandirksnel_tweet3
Pueriel Peter Breedveld is niet meer dan een exempel van een pueriele cultuur die geen grenzen kent. Beschaving is een kwestie van onderscheidingsvermogen, van grenzen weten te trekken, tussen het particuliere en het publieke, tussen het verborgene en het openlijke, tussen verschillende sferen in het openbare én het persoonlijke leven. Het is een kwestie van rekening houden met tijd en gelegenheid. Alles past ergens, maar niet alles past altijd overal. De obsessie met naakt op de website is niet toevallig: Breedveld weet niet wat waar hoort. Hij is een bandeloos figuur. Hij kent de regels niet. Hij kent ze, vermoed ik, echt niet. Het is geen kwestie van ze doelbewust niet erkennen, hij mist elk besef ervoor. Hij beseft ook niet dat als hij geen enkel respect voor medemensen toont, hij ook wel eens onwelwillende reacties terug kan krijgen. Hij is het centrum van de wereld, hij wil naar hartenlust kunnen schelden, tieren, razen, janken en huilen en hij wenst niet onaangenaam getroffen te worden door afkeuring van anderen. Voor de narcist is dat volkomen logisch. De wereld is niet meer dan materiaal voor zijn lusten. Wederkerigheid bestaat niet.
In een zekere welwillendheid zou men de tolerantie jegens het getier van Breedveld zelfs als een uiting van beschaving kunnen zien. Dat joch weet dan wel niet hoe het hoort, hij misdraagt zich gruwelijk, maar hij weet niet beter. Wij doorzien het wel, het gekrijs negeren we en we doen de moeite de boodschap eruit te halen, want hij heeft toch heus wel een beetje zijn best gedaan. Het is een nobele, lankmoedige houding, maar in het huidige tijdsgewricht lijkt ze me niet verstandig. Sinds een jaar of tien teistert de haat- en scheldcultuur het publieke debat. Je zou denken dat de lol er een keer af zou moeten zijn, maar voorlopig lijkt het eind nog niet in zicht.
Of het nou om Peter Breedveld gaat, of om GeenStijl of Wilders, het gaat om dezelfde anomische anticultuur. Als die op zichzelf stond, kon je die negeren. Maar ze dringt diep door in het publieke vertoog. Ze is populair. Ook ogenschijnlijk keurige lieden met respectabele functies zie je op Twitter genoeglijk vloeken en schelden. Als allerlei lieden Breedvelds oproep om excuses aan de minister die hij uitschold, ondersteunen, is dat uiteraard niet omdat ze na zorgvuldige studie tot de conclusie gekomen zijn dat die op hun plaats zijn, maar omdat ze dwarsigheid wel geinig vinden. Heel wat mensen vinden het simpelweg leuk, zo’n zich misdragende Peter Breedveld, ze genieten ervan. En wat ze nog veel leuker vinden is een jankende, zeurende en huilende Peter Breedveld. Zijn fans gaan heerlijke, fantastische weken tegemoet. Ze zullen hem ongetwijfeld trouw steunen.
jandirksnel_tweet4-1
Lijdzaamheid Tegen zo’n pueriele cultuur valt simpelweg niets te doen. Oproepen deze anomische anticultuur te negeren komt gezien de omstandigheden er in feite op neer het hele publieke debat maar te negeren. Het kwaad is diep ingevreten. Men kan proberen zijn ziel in lijdzaamheid te bezitten. Meer zit er voorlopig niet in.
Deze tekst verscheen eerder op de website van Jan Dirk Snel.

Meer over:

opinie
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.