'In 2035 zijn er - bijna - geen arme landen meer'

Bill en Melinda Gates, de rijkste mensen ter wereld, die een groot deel van hun fortuin besteden aan goede doelen, stellen dat het steeds beter gaat met de wereld. De meeste mensen hebben volgens de oprichter van Microsoft en zijn echtgenote, geen idee van de successen op het gebied van armoedebestrijding. Noch van het nut van ontwikkelingshulp.

Het echtpaar Gates stelt in een opiniestuk in de Wall Street Journal dat er op de meeste plaatsen in de wereld de laatste decennia, na de val van de Muur, enorme vorderingen zijn geboekt. Niettemin hebben de meeste mensen het tegenovergestelde idee: ze menen dat het steeds slechter gaat en dat daar amper iets aan te doen is. Volgens de filantropen komt dat door drie hardnekkige mythes, die ze in hun betoog stuk voor stuk weerleggen.

Mythe 1: Arme landen zijn gedoemd arm te blijven

Tijdens ons leven is het wereldwijde beeld van armoede compleet veranderd. Inkomens per hoofd van de bevolking in Turkije en Chili zijn nu gelijk aan dat van de VS in 1960. Maleisië heeft dat niveau bijna bereikt. Hetzelfde geldt voor Gabon. Sinds 1960 is het werkelijke inkomen per hoofd van de bevolking in China verachtvoudigd. In India is het verviervoudigd, in Brazilië bijna vervijfvoudigd en in het kleine Botswana, door slimme exploitatie van de grondstoffen, is het 30 maal toegenomen. Een nieuwe klasse van landen met middeninkomens, die 50 jaar geleden amper bestond, omvat nu meer dan de helft van de wereldbevolking.

Het duo voorspelt dat er in 2035 bijna geen arme landen meer zullen zijn, op enkele tragische uitzonderingen na. Zoals Noord-Korea en een paar landen in Afrika die niet aan zee liggen. Meer dan 70 procent van de landen zullen een hoger inkomen kennen dan China nu.

Mythe 2: Ontwikkelingshulp is weggegooid geld

In werkelijkheid is het een geweldige investering, schrijven ze. Het redt niet alleen levens maar legt ook de basis voor duurzame economische vooruitgang. De meeste mensen hebben geen benul van de omvang van ontwikkelingshulp en schatten die veel groter in dan die in werkelijkheid is. Daarnaast wordt het probleem van corruptie enorm overdreven. De grote horror-verhalen stammen uit de Koude Oorlog toen dictators hun zakken vulden. Nu is corruptie veel kleinschaliger. Dat is niet goed en moet bestreden worden maar daar moet je ook geen halszaak van maken, zeggen ze en maken een vergelijking: 

Vier van de laatste zeven gouverneurs van Illinois (de staat in de VS, red) zijn tot gevangenisstraf veroordeeld wegens corruptie en toch roept niemand dat de scholen dicht moeten of de snelwegen gesloten.

Ze wijzen er op dat de hulp zeer sterk bijdraagt aan het terugdringen van babysterfte. In 1960 had een kind 18 procent kans om voor het vijfde levensjaar te sterven, nu is dat nog maar 5 procent en 2035 zal dat 1,6 procent zijn. Er is geen enkele welvaartsverbetering te noemen die dat evenaart, stellen ze.

Mythe 3: Het redden van levens leidt tot overbevolking

Het tegenovergestelde is waar zeggen ze. Juist in de arme landen met een hoge kindersterfte neemt de bevolking enorm toe. In welvarende landen stabiliseert de bevolkingsgroei zich. Welvaart, gezondheid, gelijkheid en toegang tot voorbehoedsmiddelen zijn de beste middelen om het probleem tegen te gaan.

Het duo roept mensen, met name politieke leiders, kennis te nemen van de feiten en de mythes te ontkrachten. Hulp, van overheden of particulieren, leveren een enorm resultaat op. Het wordt tijd dat iedereen zich dat realiseert.

WSJ:  Three Myths on the World’s Poor

cc-foto:  Gates Foundation , Bill Gates op bezoek bij een polio-vaccinatie programma in India. Gezondheidszorg is met onderwijs de belangrijkste sleutel tot ontwikkeling.