Fel debat in Kamer over discriminatie

De Tweede Kamer heeft gedebatteerd over discriminatie met de ministers Stef Blok van Justitie en Lodewijk Asscher van Integratie. Ze deden dit naar aanleiding van de recente aanval op een homostel in Arnhem, en de daaropvolgende massale ophef. De kamer deelt een brede verontwaardiging over het incident. Jasper van Dijk van de SP noemt het ‘volstrekt ontoelaatbaar’ en Dilan Yesilgöz pleit voor een ‘keihard optreden’.

Maar hoe dat keiharde optreden tegen een die volstrekt ontoelaatbare discriminatie er dan uit zou moeten zien, daar liepen de meningen tijdens het debat sterk over uiteen. De kamer kan het niet eens worden wat de kern van het probleem was, of wat een geschikte oplossing zou kunnen zijn.

Gert-Jan Segers van de ChristenUnie zou daders willen confronteren met de gevolgen van hun discriminatie door ze in contact te brengen met slachtoffers. Ook zou hij sociale media aan willen pakken die niets doen tegen online discriminatie en intimidatie. Gijs van Dijk van de PvdA wil seksuele intimidatie strafbaar stellen, waar een initiatiefwetsvoorstel voor is ingediend door Ahmed Marcouch.

Een aantal Kamerleden maakt van de aanval op een homostel met een betonschaar gebruik om de problematiek te bagatelliseren en om te pleiten voor het stopzetten van subsidies voor antidiscriminatiebureaus en meldpunten. Zo had VVD-Kamerlid Yesilgöz het over ‘beroepsgekwetsten’ en meende ze dat mensen geld proberen te verdienen met het trekken van ‘de discriminatiekaart’. PVV-Kamerlid Machiel de Graaf sprak van een ‘subsidiecircus’. Ook FvD-Kamerlid Hiddema vond de aanval op het homostel een prima aanleiding om te zeggen dat er minder steun van de overheid moet naar instanties waar onder andere homo’s discriminatie kunnen melden.

De Graaf (PVV) zag het debat over discriminatie vooral als kans om buitenlanders en moslims de schuld te geven. Want hoe meer immigratie er is, ‘hoe meer groepen zich als gekwetste minderheid gaan gedragen’. Volgens hem is de islamitische religie een ideologie die staat voor ‘onderdrukking van iedereen die anders denkt’ en daarom een belangrijke bron van discriminatie. Linda Voortman van GroenLinks benadrukte dat homo-discriminatie al eeuwenlang voorkomt, ook onder autochtone Nederlanders. Farid Azarkan (DENK) wees de Graaf erop dat fysiek en verbaal geweld juist vaak aan moslima’s gericht is, vooral wanneer ze een hoofddoek dragen. Hij ziet een verband tussen “tussen de haat die door de PVV wordt gepredikt” en discriminatie van moslims.

Lodewijk Asscher had geen goed woord over voor de bijdrage van de PVV aan het debat. Hij noemde hem een aanval op, in plaats van een verdediging van de rechtsstaat. De partij zegt volgens Asscher weliswaar discriminatie af te keuren, maar laat daar in de praktijk weinig van zien. Volgens Asscher stak de PVV de grondwet ‘in de fik’ met hun pleidooien.