Directeur FBI verzet zich tegen Trump
• 06-03-2017
• leestijd 1 minuten
James Comey, de directeur van de FBI, heeft het Amerikaanse ministerie van Justitie gevraagd
om publiekelijk te ontkennen dat Barack Obama Trump tijdens de verkiezingscampagne van 2016 af zou hebben laten luisteren. Het is hoogst ongebruikelijk dat de directeur van een inlichtingendienst zich op deze wijze verzet tegen een zittende president. Volgens Comey is de beschuldiging niet alleen onjuist, maar suggereert het ook dat de FBI de wet heeft overtreden.
Trump tweette zaterdag ongefundeerde beschuldigingen dat Obama opdracht had gegeven aan de FBI om zijn telefoons in Trump Tower af te laten luisteren.
James Clapper, de chef van de Amerikaanse inlichtingendiensten onder Obama, ontkende de aantijgingen. Hij noemde de tweets van Trump “ontegenzeggelijk onwaar”. Ook Obama, middels zijn voorlichters, ontkende de beschuldigingen in klare taal:
Desalniettemin gaf het Witte Huis opdracht aan het congres om de beschuldigingen te onderzoeken.
Volgens Sean Spicer, de persvoorlichter van Trump, zei dat dit onderzoek gebaseerd was op ‘erg verontrustende’ verslagen ‘over mogelijk politiek gemotiveerde afluisteraffaire vlak voor de verkiezingen van 2016’. Spicer gaf geen antwoord op vragen over deze verslagen of bronnen waarop Trump zich baseerde, maar de tweets van Trump zouden kunnen refereren aan
een artikel van het extreemrechtse medium Breitbart. Spicer gaf aan dat er verder geen commentaar meer vanuit het Witte Huis komt voordat het onderzoek van het congres is afgerond. Maar of Trump ook ondertussen van zijn twitteraccount af kan blijven, moet zich nog uitwijzen.