Britse kiezers discrimineren politici met buitenlandse namen

Wetenschappelijk onderzoek naar Britse stembusuitslagen over een periode van veertig jaar heeft aan het licht gebracht dat politici met buitenlandse achternamen minder stemmen krijgen dan collega’s met traditioneel Britse namen. Uit het onderzoek dat werd uitgevoerd door gerenommeerde wetenschappers en gepubliceerd in de British Journal of Political Science wordt ook duidelijk dat de discriminatie pas na 2001 is begonnen, het jaar van de aanslagen van 11 september en het begin van de ‘war on terror’. Voor die tijd was er juist sprake van afname van het verschijnsel.

De wetenschappers onderzochten de resultaten van 400.000 kandidaten bij lokale verkiezingen tussen 1973 en 2012 en ontdekten dat kandidaten met een naam die wijst op een Brits etnische achtergrond de beste resultaten behaalden, terwijl niet-Europese namen minder stemmen haalden. Het effect treedt op als Britse kandidaten worden vervangen door personen met een Europese of niet-Europese achternaam, die halen dan minder stemmen. Als zij op hun beurt vervangen worden door iemand met een Britse naam treedt het tegenovergestelde effect op. “Het is duidelijk dat de uitslag van sommige verkiezingen is bepaald door de keuze van partijen voor kandidaten.”

Een buitenlandse naam leidt gemiddeld tot een ‘kiezersboete’ van vijf procent. De discriminatie van kandidaten met een Europese achternaam is in de onderzochte periode gestegen van een half procent tot vier procent nu. Jaarlijks worden er zo’n 5000 lokale politici verkozen. Het gedrag kan daarom voor naar schatting jaarlijks voor zo’n 200 gemeenteraadszetels bepalend zijn, schrijft The Independent.

cc-foto: Elliott Brown